Heb je een wijnvraag? Grote kans dat wij die hieronder beantwoorden. Over het bewaren van wijn tot de ideale combinatie met gerechten. Je leest het hier allemaal!

Veelgestelde vragen over wijn
In een normale wijnfles zit 75 cl wijn. Afhankelijk van hoe vol je de glazen schenkt, gaan er gemiddeld genomen 6 glazen wijn uit een fles. Houd je van volle glazen? Dan schenk je waarschijnlijk een glas uit van zo’n 15 cl. In dat geval kan je maar 5 glazen uit een fles wijn schenken.
Rode wijn, witte wijn en rosé worden allemaal op verschillende manieren gemaakt, maar de basis is hetzelfde. Het begint allemaal bij de oogst van de druiven die pas worden geplukt als ze volgens de wijnboer rijp genoeg zijn.
Bij bereiding van klassieke rode wijn, worden de druiven gekneusd en overgebracht naar een vat of tank voor de schilweking (voor kleur) en de gisting. Na de gisting, die meestal 6-14 dagen duurt, worden de druiven geperst. De wijn wordt vervolgens overgebracht naar vaten van metaal of hout voor de rijping.
Bij de bereiding van witte wijn worden de schillen en pitten na de persing al vrij snel gescheiden van het sap. Al kan de wijnmaker er wel voor kiezen om een korte maceratie toe te staan om extra aroma’s tot ontwikkeling te laten komen. De gisting van het sap vindt vervolgens plaats op een lagere temperatuur dan bij rode wijn om de frisse zuren en delicate, fruitige aroma’s te behouden. Daarna wordt de wijn gefilterd en vindt de lagering plaats in houten vaten of tanks.
Voor rosé is het in de EU verboden om rode en witte wijn met elkaar te mengen. Het mengen van witte en blauwe druiven die samen in een kuip vergisten mag dan weer wel, als de appellation het toestaat. Gebruik maken van alleen blauwe druivenrassen komt vaker voor. De kleur van rosé heeft, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, niets te maken met de zoetheid van de wijn. Wel met de duur van het schilcontact en de gebruikte druivenrassen. Bij het direct persen van de druiven en het laten aflopen van het sap, wordt er maar kort kleur onttrokken aan de schillen. Het resultaat is dus een licht gekleurd sap, zoals bekend uit de Provence. Bij de saignée-methode laat de wijnmaker het sap ‘bloeden’. Sap, schillen en pitten ondergaan een korte inweking/gisting waarbij de schillen hun kleur afgeven aan het sap. Terwijl de gisting nog bezig is, wordt het sap al afgetapt. Dat sap gist vervolgen zonder de schillen verder en van de most die is achtergebleven kan weer rode wijn worden gemaakt. De wijnmaker kan ook kiezen voor een methode met korte inweking. Dan weken de blauwe druiven na het kneuzen even (meestal 1 tot 2 dagen) met de schillen en pitten, voordat ze geperst worden.
Je denkt misschien: wijn wordt gemaakt van druiven en is dus veganistisch. In principe is dit logisch, maar bij het klaren van de wijn worden vaak dierlijke producten gebruikt. Het gaat dan bijvoorbeeld om producten als caseïne eiwit of gelatine. Deze middelen worden aan het einde van het proces om wijn te maken toegevoegd om de wijn helder te krijgen. De vaste deeltjes die zorgen voor een troebele wijn, binden zich aan deze middelen waarna het allemaal weer uit de wijn wordt gefilterd. Ook al worden deze stoffen ook weer uit de wijn gehaald, sommige veganisten en vegetariërs willen toch niet dat hun wijn in aanraking komt met dierlijke producten. Gelukkig voor hen zijn er ook klaringsmiddelen zonder dierlijke oorsprong die gebruikt kunnen worden. Voorbeelden zijn bentoniet (kleisoort) en plantaardige middelen.
Er bestaat niet één alcoholpercentage voor wijn. Sommige wijnen hebben een alcoholpercentage rond de 5%, bijvoorbeeld Moscato d’Asti uit Italië. En andere wijnen kunnen zelfs 15% of meer bevatten. Wanneer een druif wordt geplukt, bevat deze suikers. Deze suikers worden tijdens de gisting omgezet in alcohol. Hoe meer suikers, hoe hoger het alcoholpercentage in de wijn kan worden. Als een wijnmaker de vergisting stopt voordat de suikers zijn omgezet in alcohol, blijft er restsuiker achter en is de wijn zoet(er).
Of Chardonnay zoet of droog is hangt af van de hoeveelheid onvergiste suikers in de wijn. Suikers worden tijdens de gisting omgezet in alcohol. Stopt de gisting voortijdig, dan blijft er restsuiker achter en is de wijn zoeter. Soms kan een Chardonnay ook zoet proeven, omdat er veel tropische aroma’s in zitten die een zoete suggestie wekken.
Een wijn zonder sulfiet bestaat eigenlijk niet. De stof is namelijk van nature al aanwezig in de druif en komt ook van nature voor in andere planten. Maar sulfiet kan ook extra worden toegevoegd aan de druiven en de wijn. Het is namelijk een conserveringsmiddel en zorgt ervoor dat de wijn niet oxideert. In de wet is vastgelegd hoeveel sulfiet er mag worden toegevoegd aan de verschillende wijnsoorten.
Veelgestelde vragen over het bewaren van wijn
Hoe lang een wijn houdbaar is, hangt er vanaf of de fles open of dicht is. Een fles die al open is, is maar een paar dagen nog goed te bewaren. Dichte flessen kan je langer, soms wel jaren bewaren, mits ze liggen op een koele en donkere plek. Zonlicht en warmte hebben een slechte invloed op de ontwikkeling van de smaak en kleur van de wijn.
Rode wijn is over het algemeen wat langer te bewaren dan witte wijn, omdat deze wijnen meer tannine hebben dan witte wijn. Tannine zorgen ervoor dat de wijn langer stabiel blijft. De fles moet wel liggend worden bewaard als deze een kurk heeft. Anders droogt de kruk uit. Hoe lang een rode wijn bewaard kan blijven, hangt af van het type wijn. Sommige wijnen uit Bordeaux of de Rhône bijvoorbeeld, kunnen wel tientallen jaren ouderen.
Frisse witte wijnen zijn over het algemeen bedoeld voor directe consumptie en dienen binnen 1 tot 2 jaar gedronken te worden. Al kan een wijn met veel zuren, zoals een Riesling langer worden bewaard, omdat de zuren de wijn stabiel houden. Een op hout gerijpte wijn kan vaak ook nog wel enkele jaren bewaard worden. Maar dan wel liggend en op een koele, donkere plek.
Een rode wijn blijft geopend zo’n 3 tot 5 dagen goed. Mits de fles goed is afgesloten en op een koele en donkere plek staat.
Frisse witte wijnen met veel zuren, kunnen nog wel 5 dagen bewaard worden in de koelkast wanneer ze open zijn. Volle witte wijnen zijn geopend minder lang goed, namelijk zo’n 3 tot maximaal 5 dagen. Voor alle witte wijnen geldt dat ze wel goed afgesloten moeten zijn.
Champagne en ander bubbels blijven geopend niet heel lang goed. Vaak maar een dag en hooguit 3 dagen. De bubbels en de smaakintensiteit lopen snel achteruit.
Hoe lang wijnen houdbaar zijn na openen, hangt af van welk type wijn het is. Bubbels zijn het minst lang houdbaar en frisse witte wijnen het langst. Oude wijnen verliezen al snel hun smaak, omdat contact met zuurstof de wijn geen goed doet. Gemiddeld genomen zijn wijnen geopend nog 2 tot 3 dagen goed houdbaar, zonder teveel smaakverlies.
Veelgestelde vragen over wijn bij gerechten
Groene asperges zijn het lekkerst met een frisse witte wijn als een Sauvignon Blanc, Grüner Veltliner of Verdicchio. Witte asperges gaan goed samen met een Riesling, Pinot Blanc (Weissburgunder) of Sémillon.
Met of zonder room, een pan mosselen smaakt uitstekend met een fles Muscadet de Sèvre et Maine ernaast. Witte wijnen uit de Elzas, bijvoorbeeld Riesling, Pinot Blanc en Pinot Gris passen ook uitstekend.
Om het vette van een kaasfondue te doorbreken, serveert u een frisse witte wijn met veel zuren. Kies voor een Sauvignon Blanc (met of zonder houtrijping), Grüner Veltliner of juist een rode Bardolino.
Bij een stuk zalm passen lekker veel wijnen. Te denken valt aan een Chardonnay, Chenin Blanc, een witte Rhône wijn of een witte wijn uit de Bourgogne. Rosé uit de Provence is ook een goede combinatie, net als een goed glas rode Pinot Noir.
Bij een stuk kip met een botersausje is een houtgerijpte Chardonnay de beste keuze. Maar er kan nog veel meer. Denk aan een witte Rhône wijn, halfdroge Riesling, lichte rode Chianti (Sangiovese) of een frisdroge witte Vermentino.
Runder stoofvlees is met veel wijnen goed te combineren. Pinot Noir, rode wijnen uit Bordeaux of de Rhône, Malbec, Toscaanse rode wijnen en ga zo maar door.
Bij vis ligt het er maar net aan welke vis er op het bord ligt, al past rosé heel goed bij veel vissoorten. Bij zalm past zowel een rode Pinot Noir, als een wat rijke witte wijn als Chardonnay. Bij tonijnsteak past een lichte rode wijn, zoals een rode Sancerre. Bij zeevruchten zijn witte wijnen als Vinho Verde, Muscadet en Albariño een uitstekende keuze.