Nog even een toetje of lekker natafelen met een dessertwijn? Maak het diner compleet met een glaasje Port. Port (of Vinho do Porto) is een versterkte wijn uit Portugal, afkomstig uit de Douro vallei, die aan het eind van de 17e eeuw ontstond. Toen kregen de Engelsen door hun regering een handelsverbod met Frankrijk opgelegd. Dat betekende echter dat ze de krachtige Bordeauxwijnen waar ze zo gek op waren, ook niet mochten importeren. Dus gingen zij op zoek naar alternatieven bij bondgenoot Portugal.
De wijnen die daar geproduceerd werden, waren echter zo stevig, stroef en droog dat ze niet bij hen in de smaak vielen. Dus kwamen de Portugezen op het idee om een iets zoete smaak in de wijn te behouden door er halverwege het gistingsproces wijnalcohol aan toe te voegen. Hierdoor stopte de gisting en bleven er suikers achter in de wijn. Zo ontstond deze versterkte wijn. Havenstad Porto is de bakermat.
Tot op de dag van vandaag wordt er veel port gemaakt in de Douro vallei. Bij de meest prestigieuze wijnbedrijven, waar de beste exemplaren vandaan komen, worden de druiven nog op traditionele wijze gekneusd. Met de voet! Door de zachte voetzolen worden de druivenpitten niet geplet en wordt een bittere tanninesmaak voorkomen.
Vervolgens gaan de gekneusde druiven in de gistkuip. Als er een alcoholpercentage van ongeveer 9% bereikt is, wordt er wijnalcohol toegevoegd waarna het alcoholgehalte ongeveer 20% wordt. Met deze toevoeging ontstaat port. Daarna volgt een rijping op eikenhouten vaten.
Deze Portugese wijn is ideaal om een diner mee af te sluiten. Zo combineert een Vintage exemplaar perfect met chocola. Of probeer een zoete diep donkerrode variant die op kan tegen het krachtige, scherpe en zoute van een stuk blauwaderkaas.
Er is niet alleen een onderverdeling tussen witte port en rode port, maar speelt ook de rijping een rol. Zo zijn er wijnen die op hout rijpen en wijnen die alleen op fles rijpen. Wijnen die op hout rijpen ondervinden oxidatie, waardoor de kleur en de aroma’s veranderen. Die wijnen krijgen een iets oranje kleur en worden Tawny genoemd. Bij op fles gerijpte ports vindt er veel minder oxidatie plaats en de kleur blijft donkerrood. Die worden Ruby genoemd. Hieronder gaan we in op de verschillende soorten:
Ruby is robijnrood van kleur. Het is het meest fruitige type port en daardoor erg geliefd. Vaak gaat het om een blend van wijnen uit verschillende oogstjaren. Een Ruby rijpt twee tot drie jaar en is minimaal drie jaar oud wanneer deze op de markt komt. Een Ruby Reserva rijpt nog iets langer, namelijk drie tot vijf jaar en is een stuk complexer dan de gewone Ruby.
Bij de meeste port wijn wordt wijn van verschillende jaren geblend. Bij een (Late Bottled) Vintage gaat het om een port van 1 oogstjaar. Deze wijnen worden alleen in de goede oogstjaren gemaakt, komen uit de beste wijngaarden en worden pas vier tot zes jaar na de oogst gebotteld. Bij een LBV kun je een serieuze wijn verwachten met veel structuur, specerijen, gedroogd fruit en tabak.
Een Tawny wordt gekenmerkt door zijn vatrijping. Dit type mag na drie jaar rijping gebotteld worden, maar veel wijnhuizen hanteren een langere rijpingsperiode. Een Tawny Reserva kent een gemiddelde houtrijping van zo’n zeven jaar. Deze wijn is zacht, bijzondere complex en kent impressies van noten, koffie en gedroogd fruit. Overigens verwijst Tawny ook naar de kleur: amber, oftewel taankleurig.
Een Old Tawny krijgt een leeftijdsaanduiding mee op de fles. Daar staat dan bijvoorbeeld 10 years old op, maar ook 20, 30 of 40 jaar is gebruikelijk. Dit zijn wijnen van een hogere kwaliteit. Het cijfer op de fles geeft de gemiddelde leeftijd aan van de wijnen waaruit de wijn is samengesteld.
Een Colheita is ook afkomstig van één oogstjaar en kent een hoge kwaliteit. De rijping voor Colheita is lang, minimaal zeven jaar op houten vaten. Daardoor ontwikkelt de wijn Tawny achtige aroma’s. Des te langer de rijping, des te zachter en complexer de smaak.
Witte port is wat zeldzamer en wordt gemaakt van witte druiven, zoals de inheemse druiven Códega, Rabigato, Malvasia Fina, Fernão Pires en Pederna.
Port rosé werd in 2008 voor het eerst geïntroduceerd en is daarmee een relatieve nieuwkomer. Deze rosé komt qua smaak het dichtst in de buurt van een Ruby en wordt dus ook van blauwe druiven gemaakt. Het verschil is, net zoals bij gewone rosé, dat het contact met de druivenschillen korter is en er daarom minder kleur wordt afgegeven. Qua smaak is dit type wijn erg fruitig en fris en fantastisch om gekoeld te drinken bij zonnig weer.
Een LBV of een Tawny worden vaak tot de beste port wijnen gerekend. Natuurlijk blijft smaak persoonlijk.
Een ongeopende fles is jarenlang te bewaren, soms wel tot 50 jaar na de oogst! Voor een geopende fles hangt het van het type port wijn af. Heeft de wijn op vaten gerijpt, zoals een Tawny of een Ruby? Dan is deze na een maand ook nog lekker. Heeft u een Vintage port of een LBV in handen? Deze kunt u dan het beste binnen 5 dagen drinken.
Hiervoor bent u bij de Wijnbeurs aan het juiste adres. Altijd fijn om 's werelds beroemdste dessertwijn in huis te hebben. Schenk hem bijvoorbeeld eens over een paar bolletjes vanille-ijs. Heerlijk!