Biologische producten worden steeds populairder. Dat geldt ook voor biologische wijnen, je ziet ze steeds vaker voorbijkomen. Hoe komt dat? Wat zijn biologische wijnen eigenlijk? En wat is het verschil met duurzaam gemaakte wijnen? We leggen het hier voor je uit.
‘Bioboeren’ is meer werk en dus kostbaarder. Je haalt minder druiven van een akker, terwijl er meer handwerk nodig is in de wijngaard. Vaak ploegen ze bijvoorbeeld niet meer met tractoren, want dan klinkt de bodem te veel in. Die ‘ademt’ dan minder goed waardoor de wortels van de druivenstok minder goed groeien. In plaats daarvan wordt met paarden gewerkt, wat veel langzamer gaat. En tijd=geld.
Biologisch gemaakte wijnen
Biologische druiven worden geteeld zonder kunstmatige bestrijdingsmiddelen en zonder kunstmest. Dit wordt streng gecontroleerd. Het enige toegestane middel binnen de EU (behalve in Nederland) is kopersulfaat (‘Bordeauxse pap’), dat tegen schimmels en rot wordt ingezet. Maar alleen als dat echt noodzakelijk is voor het behoud van de oogst.
Wist je dat...
Een biowijnboer die wordt omringd door collega’s die niet biologisch werken, kan zijn biostatus kwijtraken. Er kunnen namelijk toch sporen van bestrijdingsmiddelen in de biowijngaard terechtkomen. Als je eenmaal biologisch gecertificeerd bent, mogen die helemaal niet meer in de wijngaard worden aangetroffen. Anders ben je de biostatus kwijt. Je moet dan weer minimaal drie jaar ‘in conversie’ om die terug te verdienen… Op de proeftafel zien we ook steeds meer biowijnen langskomen. Dat leverde onlangs weer een paar mooie nieuwe aanwinsten op. Blind geproefd en dus beslist goede wijn. En voor prijzen, die niet meteen een gapend gat in je wijnbudget slaan.