Terwijl de bomen en tuinen steeds groener en kleurrijker worden en de zon steeds iets meer aan kracht wint, is niets zo lekker als genieten van het lenteweer met een goed glas wijn. Welke wijn, dat ligt uiteraard geheel aan uw eigen voorkeur. Toch zijn er een aantal wijnen die echt iets zijn voor de lente. En ach, eigenlijk ook voor de zomer.
Sauvignon Blanc
Sauvignon Blanc is het verfrissende druivenras uit Frankrijk, maar inmiddels vinden we deze witte druif bijna over de hele wereld. Beroemd zijn wijnen uit Sancerre en Pouilly-Fumé, maar ook in witte Bordeaux blends schittert Sauvignon Blanc. De meeste Sauvignon Blanc wijnen zijn stuivend fris, met aroma’s van kruisbes, gras, citrus en buxus. Kenmerkend zijn met name de Sauvignon Blanc wijnen uit Nieuw-Zeeland. De wijnregio Marlborough produceert wijnen die het wereldwijde visitekaartje van het eiland zijn.
Grüner Veltliner
Het visitekaartje van Oostenrijk is Grüner Veltliner. Dit witte druivenras staat ook het meest aangeplant in het land en geeft heerlijke crispy wijnen. Een klassieke Grüner Veltliner laat tonen zien van citrusvruchten, zoals grapefruit en citroen, steenfruit en een typerend wit pepertje. Grüner Veltliners kunnen licht, fris, strak en mineralig zijn, maar ook wat krachtiger met meer kruidigheid.
Albariño
In het noordwesten van Spanje, in de regio Galicië, voelt Albariño zich echt thuis. Het bekendst en wereldwijd bejubeld, zijn de wijnen uit Rías Baixas DO. Deze frisse wijnen kenmerken zich door aroma’s als perzik, citrus en minerale tonen. Perfect bij zeevruchten en vis, maar ook heerlijk bij de borrel. In Portugal staat dit druivenras bekend als Alvarinho.
Pinot Grigio
Pinot Gris en Pinot Grigio zijn dezelfde druivenrassen, alleen schrijf je het anders. Pinot Gris zien we vooral in Frankrijk en Pinot Grigio is de naam die de Italianen aan de druif hebben gegeven. In Italië zijn het vaak lichte wijnen met een mooie zuurgraad en tonen van citroen, limoen, bloesem en groene appel. Heerlijk bij frisse salades en lichte visgerechten, maar ook perfect als de 5 in de klok zit.
Rosé
Van bleekroze rosé wijnen tot diepgekleurde roze wijnen. Bij rosé kan het allemaal. Helaas wordt er vaak gedacht dat donkere rosé wijnen zoet zijn, maar dat is een misvatting. De kleur van de wijn wordt bepaald door de druiven die gebruikt zijn en hoe lang het sap in contact heeft gestaan met de schillen. Des te donkerder de kleur van de schil, des te donkerder het sap kan worden. Worden de druiven geperst en laat de wijnmaker het sap al snel weglopen? Dan blijft er een licht gekleurde rosé over, zoals bijvoorbeeld een Provence rosé. Rosé is ook een uitstekende wijn om bij het diner te serveren. Lichtgekleurde rosé wijnen passen goed bij lichte en frisse gerechten en wat donkere rosé wijnen bij gerechten met iets meer pit.
Licht gekoeld rood
Niet alleen wit en rosé mogen voor het drinken in de koelkast worden bewaard. Sommige rode wijnen zijn ook gebaat bij een koelere serveertemperatuur. Zo mogen lichte Pinot Noir, Gamay en Bardolino wijnen, best op zo’n 14-16 °C geschonken worden. Heerlijk voor bij de barbecue of borrel in het lentezonnetje.